Vouwwagen in Voerendaal

Tijdens de 2e hittegolf van dit jaar (2019) zie ik van onder de luifel een bejaarde kromgebogen man met een vel papier lopen om een plaatsje te zoeken op de camping Colmont. Achter hem sjokte een oude dame met lang sluik haar, krom gebogen over haar rollator in een witte korte broek (althans daar moest het voor doorgaan), achter hem aan.

De oudjes waren allang de pensioen gerechtigde leeftijd voorbij. Een poosje later, niets vermoedend, stopte er een auto met vouwwagen tegenover onze caravan op comfortplaats nr 117.

De met bretels opgehouden, in korte broek getooide man, stapte uit en begon de vouwwagen los te koppelen en probeerde het al duwend op z’n plaats te krijgen, wat niet lukte. Samen met de buurman zetten we gedrieën het oude maar nog in redelijke staat verkerende kampeermiddel op z’n plaats. “Heeft u nog meer hulp nodig?”, vroeg ik de in het zweet badende man oude man. Het was 33gr Celsius. “Misschien bij het uitklappen”, zei hij “Ik heb de wagen van mijn dochter over genomen en dat is alweer een poosje geleden.

Gezamenlijk klapten we het slaap gedeelte uit, wat tevens een walm van muffe lucht gaf die bij onze plek goed waarneembaar was.

Even later hoor ik het gerammel van tentstokken en heeft de vrouw plaats genomen in de schaduw al zittend op haar rollator. Inmiddels is de temperatuur tot record hoogte gestegen.

De man probeerde enige orde in de vele stokken en verbindingen te vinden. Ik kon het niet langer aanzien, ondanks ik ook niet wist hoe het een en ander in elkaar moest steken. De man legt mij uit dat eerst de voortent aangeritst moet worden en dan teruggeslagen op het dak gedeelte, om daarna de stokken aan het slaapgedeelte te bevestigen.

Juist!!. Gezamenlijk gaan we aan de slag in de brandende zon.

De rits is oud en gekreukeld, maar met vereende kracht laat de voor tent zich vastmaken.

“Nu omslaan op het dak!”. “Gaat u eerst maar even wat drinken”, zie ik tegen de man, want het zweet gutste van zijn lijf. Zelfs zijn bruine korte broek was nat van het zweet.

Uit een in de zon liggende warme Cola fles nam hij een paar slokken om zich daarna weer te wijden aan de tentstokken.

Na veel gepas zaten de stokken aan elkaar en kon de voortent luifel er over getrokken worden.

“Wat is het geval”, Het doek was veel groter dan de stokken constructie. Deze zat verkeerd en moest worden omgekeerd. Na veel gedoe paste het doek later beter, maar het was niet mooi strak gespannen.

“Wacht maar!” , zei de boerenman uit de omgeving van Nijmegen. “Ik pak even een hamer en dan sla ik de stokken naar voren om zo de boel te spannen”. Met een paar flinke klappen schoven de stokken een paar centimeter naar voren, voldoende om het doek te bevestigen aan de nokpennen van de voor stokken.

“U heeft nog stokken over”, opperde ik. ‘Die zijn van de keuken”, antwoordde de man, zwetend en vermoeiend uit zijn ogen kijkend. Even later hadden ook deze hun bestemming bereikt.

De oude vrouw zat nog op haar rollator aanwijzingen te geven aan de man, die even later met een “coolbox” naar de vouwwagen liep. De oranje stroomkabel zat ook puur in de knoop wat hem in deze hitte aardig tegen werkte.

Langzaam maar zeker kwam het voor elkaar en zag ik de oude dame al haar keukengerei al zittend op haar rollator afwassen voor gebruik.

“Tegen de avond is er onweer voorspeld “ zei ik tegen de inmiddels wat afgekoelde man; “ Ik zou hem maar goed vast zetten, want als de wind er onder komt dan weet je het wel”. “Ja, zei de man, ik zal de voortent dicht ritsen en nog een paar scheerlijnen plaatsen”.

Toen het donker werd, scheen er een lampje in de voortent en zag ik de oudjes knus bij elkaar zitten.

De volgende morgen zijn wij vroeg vertrokken en ik dacht nog, “Hoe zal het zijn als ze moeten afbreken?”

Wie zei ook alweer?, “Ieder voordeel heb zijn nadeel!” Kamperen is een werkkamp!


Ariën Beersma. 28 Augustus 2019. Camping Colmont Voerendaal.