Hochzeit in Altenmarkt im Pongau

Politie optreden in Oostenrijk

Iedere automobilist is in zijn of haar leven wel eens aangehouden door de politie en daarbij op een nette en zakelijke manier aangesproken door de ambtenaar van politie. Zo niet in Oostenrijk, waar ik twee toch wel onaangename en onvriendelijke ervaringen heb opgedaan.

De eerste keer in 1988 was tijdens een wintersport vakantie in Fieberbrunn. Bij het boodschappen doen, had ik fout geparkeerd en vond een “bon” tussen de ruitenwisser. Op de achterzijde van de bekeuring stond vermeld dat ik de boete kon betalen op het politie bureau. Bij de balie van het bureau aangekomen, vertelde ik in mijn beste Duits (wat ik toen minder goed beheerste), dat ik slechts even een boodschap deed en na 5 minuten was vertrokken.

Met veel gebulder en misbaar werd mij duidelijk gemaakt dat ik mij koest moest houden, anders zou ik dezelfde avond nog in het cachot in Kitzbühel mogen doorbrengen. “Bezahlen”, en verder geen “spatsies”, op z’n Amsterdams gezegd, en “ Weg Du”!. Zonder “Auf Wiedersehen” te zeggen, droop ik af met een ervaring rijker. Mannen in uniform voelen zich daar “Übermenschen”, zielig!


Mijn 2e ervaring vind eind September 2016 plaats in Altenmarkt im Pongau. Mijn vrouw zit bij de kapper en ik heb beloofd haar op te halen rond het middaguur.

Onderweg stuit ik op een “Hochzeit” (trouwpartij) waarbij de stoet, vooraf gegaan door de “Musikkappele”, richting kerk gaat. In de bocht voor de stoet, gebied een politie agent mij te stoppen en om te keren. Hij zegt mij dat ik via de Böckgasse, de hoofdstraat van ons vakantie dorp kan bereiken.

Daar aangekomen heeft de trouwstoet het plein voor de kerk reeds bereikt. Alle verkeer staat stil. Via het marktplein waar het éénrichting verkeer is, rijd ik naar de hoofdstraat. Daar staat een “Polizei”: “Halt, Stop”, brulde de man. “Dort stehen bleiben !”, Voorzichtig draai ik mijn raam naar beneden.

“Kannst Du kein Verkehrs signalen lesen?”, gelijk een SSer in “Der Krieg”. Gelukkig is mijn Duits in de vele jaren na Fieberbrunn verbeterd.

Ik zeg hem dat ik mijn vrouw ga halen bij de kapper en dat zijn collega bij “Hotel Scheffer” mij deze route sommeerde. “Nein”, brulde de agent van de Polizei. “Wie lange kömmen Sie in Altenmarkt?. " 29 jaar zeg ik", toevallig hadden we dat deze ochtend vast gesteld. “Das müsst Du dann wissen”, beet hij mij op militante wijze toe. “Ich habe es nicht gewüsst”, is mijn verweer.

“Noch einmal”, schreeuwde hij, “dann wird es bezahlen”, “Wegwesen”, verstond ik en deed het raam dicht en de gordel om.

Bij de kapper vertelde ik mijn belevenis, ik had daar niet mogen rijden, dat is fout, maar de manier waarop ik aangesproken werd, is niet bepaald “höfflich”, eerder onbeleefd. De kapster beaamde mijn verhaal. “Wenn man hier in Österreich ein Uniform trägt, füllt man sich Übermensch”.


“Jezus Christus”, zul je bedoelen, antwoordde ik terug, maar Hij is tenminste “höfflich”.


Ariën Beersma

September 2016.