Enclave

Op een van de terug reizen vanuit het zuiden richting huis, komende uit de Pyreneeën, belanden we op een camping in de Dordogne.

Ergens in de omgeving van Souillac zagen we een bord “camping”, (later bleken er nog meer te zijn). Omdat het prachtig weer is, en wij er min of meer een hekel aan hebben om met warmte te reizen stonden we al bij de receptie met onze combinatie.

De prijslijst is uitnodigend, en even later komt de juffrouw van de receptie naar buiten; ons op luide toon verwelkomend; “Jullie mogen gerust even een kijkje nemen hoor!”

Laten we dat maar doen, want ik had geen zin meer om verder te rijden en weer een camping te zoeken.

Het zag er allemaal goed verzorgd uit. De receptie met annex een winkeltje en een restaurant met cafetaria. Alles in een nette en goed verzorgde omgeving. Maar geen camping te zien. Moeten we hier staan? , vraagt mijn vrouw wijzend op een glad gemaaid gazon met bloemenperken. Ik denk van wel, zeg ik vragend in de rondte kijkend. Even later komt de Nederlands sprekende, (ze is Nederlandse) , zeg maar Anja ; Nee, de camping begint daar, wijzend op een bruggetje met twee zuilen. O, dank u, we gaan even kijken.

Door een soort oprijlaan met twee door lantaarns verlichte zuilen, zoals je ook ziet in de wijngebieden van de St Emilion, gaan we het “domein” binnen.

Ja hoor, even later zien we een paar caravans en tenten staan. Hier begint de camping.

We waren al gewaarschuwd door andere Nederlanders. “Als je in de Dordogne bent, kun je bij de bakker gewoon “brood” zeggen, en dan krijg je wat je zegt. Zo ook hier het geval, allemaal Nederlanders, overal waar je kijkt. Goedemiddag; Hallo, enz, enz

Overal gele kentekens. Geen Fransoos te zien, af en toe een verdwaalde Belg een Duitser of een Brit, maar voor de rest gewoon Holland.


Het lijkt Garderen op de Veluwe wel.


Ariën Beersma


Juni 2004 Souillac. Dordogne