Kamper Steur
(gerecht Nederlandse dis)
4 personen:
8 eieren
1 eetlepels grove mosterd
Vis, kip of groente bouillon (kant en klaar in pot)
40 gr boter
40 gr bloem
zout en peper
2 dl kookroom
peterselie en bieslook
Bereidingswijze:
Kook de eieren 6 á 8 minuten en spoel ze af met koud water.
Maak ondertussen een roux van de uitgebruiste boter (zonder te kleuren) en de bloem.
Deze goed mengen en 2 min door verhitten op een laag vuur zodat de bloem gaar is.
Dit zorgt voor een goede binding en voorkomt schiften.
Voeg de bouillon toe en roer dit tot een gladde saus. Voeg de mosterd en de room toe. Doormengen en niet meer koken. Op smaak brengen met zout en peper.
Snij de peterselie en bieslook fijn.
Dresseer in een ondiepe schotel de gepelde hard gekookte eieren en halveer deze.
Met de bolle kant naar boven. Overgiet de eieren met de saus en garneer het geheel met de gehakte kruiden.
Serveer hierbij kruimige aardappelen of stoet.( vloer gebakken bruinbrood). Serveer gemengde sla bij.
Ariën Beersma
De steur met de bel
De burgemeester en schepenen van Kampen waren in vroeger tijd eens zeer vereerd met het werkbezoek dat de Bisschop aan Kampen zou brengen.Ze besloten dan ook dat de bisschop een luxe feestmaal voorgeschoteld diende te krijgen. Vissers in Kampen vingen hiervoor een uitzonderlijk grote steur uit de rivier de IJssel. Een goed bereide steur zou de bisschop doen watertanden, zodat hiermee de stadsbestuurders van deze stad schone sier konden maken. De steur lag bijna bij de beste koks van Kampen klaar om gefileerd te worden, toen men te horen kreeg dat de bisschop was verhinderd wegens ziekte.
De kans dat ze ooit weer een steur met een vergelijkbare omvang zouden vangen werd echter uiterst klein ingeschat. Ze besloten daarom de steur, die gelukkig nog in een zeer grote teil rondjes aan het zwemmen was, van een zilveren bel te voorzien. Zo konden ze hem in de toekomst door het geluid van de bel terug vinden, als de bisschop na herstel van zijn ziekte weer op bezoek zou komen. Korte tijd later werd het nieuwe bezoek van de bisschop aangekondigd. Het stadsbestuur van Kampen liep dagenlang langs de oevers van de IJssel te luister, maar ze hoorden niets en de steur liet zich echter niet te vangen. De plaatselijke kok maakte uit nood Kampersteur en serveerde dit gerecht uiteraard met de gangbare saus bij een dergelijk “vis-“gerecht : mosterdsaus. En de plaatselijke mosterdmaker was als goede katholiek blij de mosterd te mogen leveren…..”
Het was trouwens rond 1400 gebruikelijk, toen er in de IJssel nog rijkelijk zalm en steur zwommen, om grote steuren aan een touw in een speciale arm van de IJssel te bewaren. Zodat gegoede burgers van die stad op kerkelijke vastendagen ( en dat waren er in die tijd vele) zich aan de vastenregels kon houden en toch rijkelijk kon eten.
Bron: internet