Camping onderweg

Het is snikheet deze zondag de 30ste Mei.

Laten we maar doorrijden, zegt mijn echtgenote wanneer ik opper om ergens in de buurt van Ludwigshafen,, zo rond twee uur een camping te zoeken. Het is te warm om nu ergens onbeschut van schaduw der bomen op een open veldje te gaan staan. Bovendien scheelt het morgen weer, en vanavond koelt het zeker af, gezien de “bloemkoolwolken” die zich in de verte ontwikkelen.

“Heute nacht Gewitter”, zo meldt de Duitse Erwin Kroll " mit ruckgang von temperatuur, 12 bis 15 Grad".

De reis gaat voorspoedig. Via Koblenz-Ludwighafen-Karlsruhe-Stuttgart.


In de buurt van Phorzheim geeft de tankwijzer aan dat het tijd is voor een vulling, en even later draaien we de eerste de beste Tankstelle op, en wat blijkt? Het tankstation ligt aan de overkant van de weg, en omdat het ook voor de Duitsers een lang weekend is, is het er erg druk. Via omslachtige toegangswegen sluiten we aan in de rij. Ik laat de motor aan om de airco te gebruiken. Na geduldig wachten zijn we aan de beurt en tanken vol.


Met een caravan valt het nu niet mee om tussen de her en der geparkeerde auto’s en bussen de weg richting München te bereiken, maar even later rijden we weer zonder kleerscheuren met de stroom mee naar het Zuiden. In ons geval richting Ulm, en vandaar uit naar Bad Waldsee.

We hebben een uitnodiging om de fabriek waar onze caravan gebouwd is (Hymer) te mogen bezichtigen met rondleiding. Vandaar.

Inmiddels loopt het tegen vieren, en ik stel mij zo voor, dat het bij nagenoeg iedere caravanner die op stap is zo gaat, komen de camping gidsen te voorschijn om een plaats voor de nacht te zoeken.

Aichelberg is de eerst volgende camping, afslag 58. Ongeveer nog 40 á 50 km.

Aangekomen bij de “Anmeldung” van de camping zie ik al dat het aardig vol is. Op een open veldje dat bij de camping behoort, staan al een stuk of 10 combinaties aangekoppeld voor één nacht. Rechts buiten de officiële camping is nog een veldje waar ook twee auto’s met caravan staan. Wij zijn nummer drie. Wat zullen we doen? Lijkt me niets, is onze eerste indruk.


Het is maar voor één nacht. Laten we het maar doen.


Als wij als derde het open veldje opdraaien onder aanwijzing van de beheerder die ons eerst € 19.- afhandig heeft gemaakt, staan we aangekoppeld voor een zwoele nacht, want het wordt steeds benauwder en drukkend. Het is eigenlijk te gek dat we hiervoor zoveel geld kwijt zijn voor 1 nacht, en tot overmaat van ramp blijkt de douche op de camping niet te werken wegens een defecte boiler.

Er is ook een restaurantje, wat er overigens best aardig uitziet, maar door het hoge “openveldje” tarief vertikken we het om daar te gaan eten.

Inmiddels is het veldje volgestroomd. 14 combinaties staan erop en hun bewoners zoeken een plekje in de schaduw van hun caravan.

Het is een mooie avond en het koelt lekker af. Ook het verwachte onweer blijft uit en ondanks dat de autobaan vlakbij is, stoort deze niet hinderlijk.

Ik vraag mij af, zo vroeg in het seizoen wanneer alleen de grijze golf op reis is, en nu al de passanten campings zo vol zijn, hoe moet dit dan in het hoogseizoen?

Big business, zo’n veldje met een stroompaal. Ik hoop wel dat de boiler weer gerepareerd is wanneer het seizoen echt begint.

Aan de omzet kan het niet liggen!


Aichelberg mei 2005.