Spekreepjes met gebakken aardappeltjes en lofsalade
4 personen:
olie of boter
200 gram speklapjes (speklapjeskruiden)
250 gram aardappelen
1 paprika
1 grote ui en knoflook
klein blikje doperwten
zout en peper
3 struikjes witlof (chicorée de Bruxelles)
1 appel
1 mandarijntje
1 eetlepel mayonaise
2 eetlepels yoghurt
schepje mosterd-suiker-peper en zout
sap van een citroen
Bereidingswijze:
Schil de aardappelen en kook deze 5 tot 7 minuten. Afgieten en met de deksel op de pan laten afkoelen.
Snijdt de speklapjes in lardons (reepjes) Indien voorhanden kruiden met de spekkruiden of met peper en wat zout.
De rode paprika en brunoise snijden. Ui in ringen snijden en knoflook fijn snijden.
De lardons in weinig olie of boter stevig aanbakken. Uit de pan nemen en in de hete pan nu de aan blokjes gesneden aardappel bakken. Wat boter of olie toevoegen.
Ui ringen en knoflook bijvoegen en het geheel lekker bakken.
Als de aardappelen goudgeel zijn aangebakken, de paprika en het gebakken spek toevoegen en mee verhitten.
Voor het opdienen de uitgelekte doperwten toevoegen en even mee verwarmen.
Witlof aan grove blokjes snijden nadat eerst de onder stronk is verwijderd en
even wassen in een vergiet.
Appel aan blokjes snijden.(Granny Smith of Elstar)
In kom dressing aanmaken van mayonaise en yoghurt, olijfolie, mosterd, suiker en zout en peper.
Nu alle lof en appel in dressing mengen en op smaak brengen met citroensap.
Partjes mandarijn voor smaak en verfraaiing van de salade.
Note: ook kunnen cashewnoten of walnoten worden gebruikt in deze frisse salade.
Wijntip:
Gewürtztraminer
Edelzwicker
Spaanse Cava
Ariën Beersma