Portugal 2007

Het is voor ons de eerste keer dat we Portugal aandoen, om precies te zijn, het noorden

(Costa Verde) naar Porto. Onze eerste indruk is dat het landschappelijk liefelijk is en de bebouwing los van elkaar. Geen grote flats maar vrij staande huizen waarvan vele zeer mooi maar ook vele krotten (armoede).In de Costa Verde is het landschap afwisselend groen en soms rotsachtig. De grote wegen, al of niet gebouwd met behulp van de Europese Gemeenschap zijn goed. (tol). Maar zodra je op een binnenweg komt, zijn deze slecht tot zeer slecht.

Vele keien en geprepareerde macadamwegen die het predikaat weg niet verdienen.

En dan de berijders van dit soort wegen, nagenoeg altijd hard rijdend en telefonerend, zonder enig geduld of mededogen met andere weggebruikers, schieten zonder richting aan te geven, links en rechts voorbij, zelfs op de snelwegen. Het “motto” is, “ik rij hier en ik moet erdoor”, zo ook op kruisingen. En dat op deze erbarmelijk slechte wegen. Wat ook opvalt in het nadeel van de Portugezen is het vuil. Overal vindt je zwerfvuil. Met het gemak van plastic tasjes wordt overal rotzooi neer gekwakt. Zonde, want het geeft al een dergelijk somber imago om nog niet te spreken van de vele overlast van vliegen. Dat komt door al het vuil en afval die men overal achter laat, ondanks dat er hier en daar voorzieningen zijn gemaakt om het in te deponeren.

Ook mistroostig is het achterstallig onderhoud van wat eens met status is gebouwd. Vooral in de steden. Roest en rot gaan hier hand in hand. Jammer. Ook wordt er nieuw gebouwd en dat ziet er duurzamer uit, maar ook dat verpauperd als men het niet onderhoud.

Een pluspunt is dat de zon bijna altijd schijnt en de Portugezen aardige mensen zijn.

Ariën Beersma

September 2007 Angereis-Lavra-Portugal.